Toeristische informatie over Jumièges (arrondissement; Rouen, regio; Normandië) staat op een aparte pagina. Hier beperken we ons tot de belangrijkste bezienswaardigheid van deze plaats; de indrukwekkende ruïnes van de abdij.
Deze in 654 door de heilige Philibert gestichte abdij werd in de 9de eeuw diverse keren geplunderd en verwoest door de Vikingen. In de tiende eeuw werden de ruïnes opgebouwd door hertog Willem Langzwaard. De abdij werd opnieuw gesticht in 1067, in aanwezigheid van Willem de Veroveraar.
Het klooster beleefde zijn hoogtepunt in de 13de en de 14de-eeuw. Het bood plaats aan meer dan 2000 monniken en lekenbroeders. In 1793 werd de abdij publiekelijk geveild. De koper, een houthandelaar, gebruikte het complex als steengroeve. Hij blies met een springlading de lantaarntoren op. Slechts een steunboog van de lantaarntoren bleef overeind staan. In 1852 werden de ruïnes gered door de nieuwe eigenaar de heer Lepel-Cointet. Op onderstaande afbeelding zie je de abdij zoals het er uitzag in 1678 en 1702.
De abdij bevat twee kerken; de St-Pierre en de Notre-Dame. Ze waren verbonden door een kapittelzaal en een passage. Het oudste deel van de abdij is de westgevel van de St-Pierre. Van het bijbehorende schip zijn westelijke delen bewaard. Op de plaats waar de noordelijke zijbeuk zich aanvankelijk bevond werd in de 12de-eeuw een kapittelzaal opgetrokken. In de 13de– en 14de-eeuw vonden verbouwingen plaats in de laatgotische stijl. De westelijke delen van de bovenverdieping zijn in die tijd weggewerkt. De arcaden tussen schip en zijbeuk werden behouden. Zij geven een indruk van de aller vroegste romaanse bouwkunst.
De Notre-Dame werd in de 11de-eeuw opgetrokken in een sobere romaanse stijl. De voltooiing vond plaats in 1066. Zeer indrukwekkend zijn de 11de-eeuwse torens geveltorens (43 meter hoog, bovenste foto). Ze hebben een vierkante basis en een achthoekige opbouw. Tot 1830 waren ze voorzien van een spits. De gevel tussen de torens heeft de tijd eveneens goed doorstaan. Bovendien is het grootste deel van het schip bewaard gebleven. De spitsen, daken, vloer, glasventers en inrichting zijn verdwenen.
Op het einde van de 13de-eeuw werd het romaanse koor van de Notre-Dame door een gotische vervangen. Slechts een rij stenen geeft de voormalige scheiding van koor en kooromgang aan. Bovendien zijn 2 van de 7 koorkapellen van weleer te herkennen. In de 14de eeuw zijn er wat gotische elementen aan toegevoegd, waaronder kapellen en gewelven. Sporen daarvan zijn nog altijd zichtbaar.