Historische panden in Vitré

Het centrum van Vitré is bezienswaardig door haar historische straten. Hoogtepunten vormen enkele smalle autovrije straten waarin Middeleeuwse, renaissancistische en barokke gevels elkaar afwisselen. De kronkelige straten brengen de stedelijke geschiedenis tot leven.

Rue de la Baudrairie behoort tot de interessantste straten van het centrum. Baudroyeurs is oud Frans voor leerbewerkers.  De naam verwijst naar de leerbewerkers die hier ooit woonden en werkten. In Rue de la Baudrairie staan relatief veel renaissancegevels. Karakteristiek voor deze stijl zijn frontons en pilasters.  Veel gevels zijn gedecoreerd met houtsnijwerk, o.a. houten hoofden zoals op nummer 25 (zie bovenstaande foto). Let ook op nummer 5 vanwege de fraaie 17de-eeuwse buitentrap met zuiltjes (rechts op bovenstaande fotocollage).

In Rue d’En Bas staan ook veel prachtige panden. Een hoogtepunt vormt Hôtel du Bol d’Or op nummer 10 (ook bekend als Hôtel du Bât, de middelste bovenstaande foto). Dit stenen herenhuis uit de tweede helft van de 15de eeuw heeft karakteristieke uitkragingen. Het pand op nummer 20 is in 1513 gebouwd voor een koopman. Het dak en een groot deel van de gevel zijn met leisteen bekleed. Rue d’En Bas telt veel meer karakteristieke panden, let ook op no 30 en 32.

In Rue de la Poterie, ooit het leef en werkgebied van pottenbakkers, staan opmerkelijke portaalgevels en op een hoek het karakteristieke Maison de l’Isle (bovenstaande foto). Liefhebbers van religieuze bouwkunst kunnen ook naar Rue Notre-Dame lopen waar de gelijknamige flamboyant gotische kerk staat, de 17de-eeuwse Salle du Temple van de Hugonoten en een renaissancistisch herenhuis uit 1540 (Hotel Ringues de la Troussanais). Achter de Notre-Dame ligt een 17de-eeuwse Benedictijnerklooster waarvan de kloostertuin uitzicht biedt over het Vilainedal.  

De burgerlijke panden in relatie tot de stedelijke geschiedenis

De stenen huizen met hun prachtige gevels zijn te danken aan een periode van welvaart waarin rijke handelaren stenen huizen lieten bouwen. Deze periode van welvaart begon aan het einde van de 15de eeuw en duurde tot het begin van de 17de eeuw. De handel in hennep doeken vormde hier de motor van de lokale economie. In het centrum herinneren handelsmerken aan de gevels en straatnamen aan dit verleden. 

De stedelijke economie van Vitré kon zich ontplooien dankzij een periode van rust en stabiliteit. De basis hiervan vormde het huwelijk van Anne van Bretagne met de Franse koning Karel VIII in 1491. Door dit huwelijk was de opname van Bretagne in het Franse koninkrijk vanzelfsprekend. Vanaf 1635 raakt Vitré in verval door het toedoen van het Edict van Nantes. Als gevolg daarvan vluchten rijke protestanten handelaars naar het buitenland.

In het midden van de 19de-eeuw leeft Vitré weer op als gevolg van de spoorlijn Parijs-Brest. Het toen gebouwde neogotische station is nu een monument. De 19de-eeuwse economische opleving heeft ook sloop van stukken stadmuur, nieuw ontwikkelde stratenplannen en de ontwikkeling van lokale industrieën tot gevolg.